december 15, 2015

Invloed van meststoffen op de pH-regeling

By: Peter van Noort

De zuurgraad (pH) van het druppelwater is erg belangrijk. Bij een te hoge pH slaan meststoffen immers neer (en kunnen vervuiling van het druppelsysteem veroorzaken, of gewoon minder goed opneembaar worden).

De zuurgraad (pH) van het druppelwater is erg belangrijk. Bij een te hoge pH slaan meststoffen immers neer (en kunnen vervuiling van het druppelsysteem veroorzaken, of gewoon minder goed opneembaar worden). En bij een te lage pH raken de wortels beschadigd en kan de opname van sommige nutrienten ook minder goed worden.

Het bijstellen van de pH van druppelwater tot de gewenste waarde is dus zeer belangrijk. Dit wordt normaliter gedaan met zuren (indien een pH-verlaging nodig is meestal salpeterzuur of NITRAKAL) of basen (bij een gewenste verhoging van de pH gebruikt men kaliloog of BASKAL). 

Maar wist u dat de stoffen die in het water zijn opgelost mede bepalen hoeveel zuur of base er nodig is? Dit geldt bijvoorbeeld voor opgelost bicarbonaat, maar ook voor opgelost fosfaat. Deze stoffen gedragen zich als 'buffers' en die zorgen ervoor dat er (veel) meer zuur of base nodig is om de pH te veranderen dan er nodig geweest zou zijn bij zuiver water, waarin geen fosfaat of bicarbonaat opgelost is. De vorm waarin het fosfaat aanwezig is in water met een bepaalde pH is te zien in onderstaande figuur.

Bij een pH rond de 4 a 5 is vrijwel alle fosfaat aanwezig als H PO , 2 4 it is de fosfaatvorm die bijvoorbeeld ook in MKP zit. Loopt de pH op, 2- dan zal steeds meer fosfaat over gaan naar de HPO vorm. Dit is 4 erg belangrijk om te weten, omdat deze fosfaatvorm veel minder goed oplosbaar is in combinatie met calcium of ijzer – en aangezien dat in druppelwater aanwezig is, is de kans dan ook groot dat er neerslagen zullen ontstaan die uw druppelsysteem kunnen verstoppen of onoplosbare neerslagen in het substraat kunnen vormen. 

Zelfs bij een nog redelijk lage pH van 6,5 zit al snel 20% van het 2- aanwezige fosfaat in de HPO vorm. Wil je die pH verlagen, dan zal 4 je dus zuur moeten gaan doseren. Maar dat zuur zal zich eerst binden - aan de fosfaationen die daardoor overgaan in de H PO vorm. Dit 2 4 kost dus extra zuur ten opzichte van de situatie dat er geen fosfaat in het water zit. Die hoeveelheid extra zuur zou dus meegenomen moeten worden in het advies over het zuurverbruik dat nodig is om het water op de streefwaarde van 5,5 te brengen.

Sommige analysebureaus houden hier bij hun advies rekening mee, zoals bijvoorbeeld hier gemeld wordt:  

www.agrocontrol.nl

Laat u echter een analyse uitvoeren door een laboratorium dat geen rekening houdt met de hoeveelheid in het water aanwezige fosfaat, dan zult u dus iets meer zuur nodig hebben om de gewenste pH in te stellen dan op het analyse verslag gemeld wordt. Als uw meststoffen unit de extra hoeveelheid zuur niet kan doseren, dan kan dit leiden tot pH alarmeringen.

Goed om te weten dus dat het soms nodig kan zijn om wat extra zuur te doseren om de gewenste pH te bereiken. Dit ligt niet aan de meststoffen, maar aan de hoeveelheid opgelost fosfaat en bicarbonaat en of hier wel of geen rekening mee gehouden is. Meestal is deze aanpassing door een zuur of loog regeling automatisch te regelen op de unit door middel van het gebruiken van een zuur of loog vat. Dit vat bevat vaak salpeterzuur of kaliloog. Het belang van het meenemen van de waterkwaliteit in de berekening van het recept is zeer belangrijk, aangezien een naregeling zoals hierboven niet heel veel zal bij kunnen sturen. 

Zorg dus altijd voor een correcte berekening van u meststoffen recept. Door te controleren of de waterkwaliteit die gebruikt, wordt ook het water is waar mee gerekend wordt. 

 

pH regeling