Zwavel in de bodem
Vrijwel uitsluitend sulfaat
Plantenwortels kunnen zwavel alleen in de vorm van sulfaationen (SO4 2-) opnemen. Het blad kan zwavel ook uit de lucht opnemen in de vorm van zwaveldioxide (SO2), maar deze bijdrage is tegenwoordig gering. Al het elementaire en organische zwavel in de bodem moet eerst worden omgezet in sulfaat voordat het beschikbaar is voor het gewas.
Zwavelbronnen
Al het zwavel in de bodem, of het nu als elementair zwavel of mest wordt aangevoerd, moet worden omgezet in sulfaat voordat het door planten kan worden opgenomen. Als zwavel direct in de vorm van sulfaat wordt toegediend, is een goede beschikbaarheid gegarandeerd.
Minerale meststoffen
Minerale meststoffen bevatten zwavel meestal in de vorm van sulfaat. In tegenstelling tot organische zwavelverbindingen uit mest, is sulfaat uit minerale meststoffen direct beschikbaar en wordt gemakkelijk door planten opgenomen. Sulfaat is zeer mobiel in de bodem zodat het de plantenwortels snel bereikt. Zwavel kan het beste tijdens de eerste helft van het groeiseizoen worden gestrooid in combinatie met andere nutriënten, met name stikstof. Bij een acuut gebrek later in het groeiseizoen kan bladvoeding uitkomst bieden. Elementair zwavel moet eerst door bacteriën in de bodem worden geoxideerd tot sulfaat en dit heeft tijd nodig. Elementair zwavel heeft bovendien een sterk verzurend effect.
Uit de lucht
Zwavel is in de atmosfeer voornamelijk aanwezig als zwaveldioxide (SO2) ten gevolge van natuurlijke gebeurtenissen (vulkaanuitbarstingen) of menselijke activiteiten (verbranding van fossiele brandstoffen). Zwaveldioxide in de lucht kan in principe via de bladeren door planten worden opgenomen. Het grootste deel van zwavel uit de atmosfeer komt echter in de vorm van zure regen in de bodem terecht. De deposities zijn aanzienlijk gedaald en zijn tegenwoordig ca. 10-30 kg SO3/ha.
Mest
In mest is zwavel vooral aanwezig in de vorm van organische verbindingen en moet eerst worden gemineraliseerd voordat het opgenomen kan worden. De beschikbaarheid uit drijfmest kan op korte termijn zelfs negatief zijn door immobilisatie. Op lange termijn verhoogt het het zwavelleverend vermogen (SLV) van de grond.
Uitspoeling en opstijging
In de bodem is het gedrag van zwavel vergelijkbaar met dat van stikstof. Sulfaationen lossen net als nitraationen op en kunnen met name in najaar en winter uitspoelen. De bemesting dient logischerwijze parallel te lopen aan de behoefte van het gewas. Meestal betekent dit voorjaarsbemesting. Voorraadbemesting in de herfst is niet gebruikelijk en zou bovendien tot uitspoeling leiden. Op kleigrond kan sulfaat lokaal worden aangevoerd via capillaire opstijging van grondwater. Ook met beregening wordt sulfaat aangevoerd.