De rol van stikstof in de aardappelteelt
Effect van stikstof per groeistadium
Stadium | Stikstof effect |
Poten | Vroege groei en drogestof |
Na het poten | Giften verdelen om verliezen te reduceren |
Aanaarden en ruggen frezen | Tweede gedeelde gift |
Bloei en doorontwikkeling knollen | Behoud van de knolgroei |
Algemene richtlijnen voor de toediening van stikstof
De totale hoeveelheid toe te dienen stikstof is afhankelijk van hoe lang de bladeren behouden moeten blijven en hoe hoog eventuele verliezen door bijvoorbeeld nitraatuitspoeling zijn. De optimale stikstofhoeveelheid varieert afhankelijk van de bodemsoort en de vruchtwisseling. Wanneer de opbrengst zich gunstig ontwikkelt na een zeer hoge mestgift, moet worden gecontroleerd op verliezen door uitspoeling. Aardappelen reageren zeer goed op een NPK-bemesting tijdens het poten. Een uitgebalanceerde bemesting op deze manier – vaak met een gelijktijdige gift van magnesium en zwavel – zorgt voor een goede start van de aardappelteelt. Een overmatige vroegtijdige stikstofbemesting kan leiden tot een verhoogde vegetatieve groei, wat ten koste gaat van de knolinitiatie.
Stikstofgebrek in aardappel
Bij een stikstoftekort kleuren de bladeren vaalgeel/vaalgroen, blijven deze klein en vallen ze vroegtijdig af. De plant kwijnt weg en heeft slechts enkele dunne stengels. De opbrengsten zijn laag, doordat zich slechts enkele knollen ontwikkelen.
Meer informatie over stikstof en andere gebreksverschijnselen in aardappel vindt u in Gebreksverschijnselen - Aardappelen.
Yara's bemestingsadviezen kunnen je helpen de maximale opbrengst te behalen. Bekijk onze aanbeveling voor aardappel.
Yara's aanbevolen meststoffen voor aardappel